HUMOR

10 GOEDE VOORNEMENS VOOR LEERKRACHTEN


Het is weer zover: januari en de eerste schoolweek van het nieuwe kalenderjaar is alweer begonnen. Zijn we uitgerust? Nee, de vakantie was wederom veel te kort. Hebben we er zin in? Nee, dat ook niet.


Maar dat komt nog wel, want dit jaar gaan we er een top jaar van maken. En dat doen we met goede voornemens. Hieronder de tien goede voornemens die elke leerkracht heeft!

 


1.

De snooze knop niet meer dan twee (oké, drie) keer indrukken wanneer de wekker gaat, maar vroeg opstaan en naar school vertrekken.

2.
En dan ook op tijd weer naar huis… Yeah right.


3.

De stapel nakijkwerk niet meer op het bureau laten liggen tot ‘ie monsterlijke proporties aanneemt, maar elke middag braaf de papierwinkel wegwerken.


Of een deel ervan gewoon bij het oud papier smijten.


4.

Niet uitflippen wanneer ik iets hoor of lees zoals: “Alweer een staking, alsof ze niet genoeg vakantie hebben?!”


Aaargh *@#$%^&


5.
Alle chocolade traktaties van jarige kinderen gewoon in de koffiekamer op tafel zetten en er van af blijven.


Zelfs als het Ferrero Rocher is. *snik*



6.
Niet meer de dagen aftellen tot de volgende vakantie.


En ook niet hopen op ijsvrij, tropenrooster of een ontzettend spontane staking.


7.
Beleefd en geduldig reageren op elke ouder die vindt dat de regels niet voor hun zoon/dochter gelden, want die is speciaal…



8.

Op tijd mijn kopieën in orde maken en niet op de ochtend dat ik ze nodig heb om tien over acht waarna het kopieerapparaat een onbekende foutmelding geeft en niet meer aan de praat te krijgen is, zelfs niet wanneer je ‘m streelt en het heel lief vraagt.



9.

Me niet verstoppen wanneer ik ouders tegenkom in de supermarkt.



10.
Zelfs op de moeilijke dagen mezelf eraan herinneren dat ik leerkracht ben geworden omdat ik affiniteit heb met die kleine monsters… ehh, leerlingen.


 

Zoals  ik al schreef. Het zal wel goed komen. Fijn 2020! Maak er een topjaar van!

ALS JE GELIEFDE EEN LEERKRACHT IS…



Ramon en ik zijn nu drie jaar getrouwd. Hij is de liefste, gulste, meest behulpzame man die ik ken. En hij houdt het al ruim twaalf jaar met mij uit, dus ik zal ook wel iets goed doen.

Maar laten we eerlijk zijn: net als al die andere mannen/vrouwen/vrienden/vriendinnen van de juffen en meesters heeft hij het soms zwaar te verduren. Daar mag ook wel eens iets over gezegd worden.


Dus vandaag… Tien dingen die je herkent als je geliefde een meester of juf is!



1. Al die afkortingen


HGA, ADD, OPP, SEO, VCB, IGDI, SEN, MR, OOP…


Wij onderwijsmensen zijn het gewend om in afkortingen te praten. Afkortingen die voor ons hartstikke helder zijn, maar die niemand buiten onderwijsland begrijpt. Vertel je dus een verhaal over school aan je geliefde, probeer de afkortingen dan achterwege te laten, zodat het niet als Chinees klinkt voor hem of haar.



2. Mijn kinderen


Als mensen vragen of wij kinderen hebben, zegt Ramon nog wel eens: “Nee, Lisa heeft er al 28 in de klas.” Grapje natuurlijk, maar toch.


Als man of vrouw van een leerkracht, moet je elke dag aanhoren hoe je partner over ‘zijn’ of ‘haar’ kinderen praat. Want vanaf de dag dat die kinderen in je klas zitten, tot je ze overdraagt aan een collega, voelen ze toch een beetje alsof ze ‘van jou’ zijn. Nou ja, gedurende de schooldag dan.



3. Zoveel vakantie


Ooit ging ik op verjaardagen en feestjes nog wel eens in discussie wanneer er opmerkingen werden gemaakt over leerkrachten in de trant van ‘zoveel vakantie’ en ‘elke dag om drie uur naar huis’. Ik ben daarmee gestopt; zonde van mijn energie.


Zo leuk om te zien dat Ramon het na dat soort opmerkingen nu voor me opneemt en uitlegt hoeveel werk een leerkracht wel niet op z’n bordje krijgt!


Ja, als partner van een juf of meester krijg je dit van heel dichtbij mee.



4. Moet je nou alweer naar school?


Informatieavond, oudergesprekken, MR-vergadering, schoolkamp, Sint Maarten viering, afscheidsmusical, avondvierdaagse… Noem maar op!


Er zijn behoorlijk wat avonden en vrije dagen dat je als leerkracht terug naar school moet komen, zeker als je parttimer bent. Je geliefde vraagt zich dus regelmatig af waarom je hem of haar nu alweer in de steek moet laten.


Maar het kan ook anders. Zelf werk ik nu op een school waar zoveel mogelijk onder kantooruren wordt geregeld. Geef het dus aan als je je er niet prettig bij voelt dat je zo vaak terug moet komen. Het kan ook anders!



5. Merci…


Mijn man kan zich behoorlijk verheugen op de laatste schooldag, want raad eens wie al die chocola mag opeten die ik dan van de kinderen cadeau krijg. Juist, ja!


Als partner van een juf of meester krijg je ook van dichtbij mee hoeveel waardering er is voor hun vak vanuit de leerlingen zelf. Soms in de vorm van chocola, maar vaak ook door een lief briefje of een mooie tekening. En dat is ook voor de partner super om te zien!



6. Verzamelwoede


Veel leerkrachten, zeker onderbouwleerkrachten ontwikkelen gedurende hun loopbaan een soort verzamelwoede voor wc-rolletjes, tijdschriften, kurken en nog vele meer...


Dus voordat jouw geliefde iets mag weggooien, moet er eerst even toestemming worden gevraagd. Want stel je voor dat je dat bakje nog kunt gebruiken voor een knutselles, of die bierdopjes als ‘loose parts’.



7. Hulp-meester


Leerkrachten zijn er heel goed in iedereen in te zetten om hen te helpen. Denk maar aan de manier waarop we ouders inschakelen voor vervoer, poetsen en allerlei hulp. Zo wordt ook onze partner ingelijfd. Dus moet er in de vakantie iets veranderd worden in de klas, dan klinkt het: “Lieverd…?” En kom je een workshop voor de beroependag tekort, idem dito.


De eerste keer dat mijn man mij als juf zag, was dat best wel een openbaring voor hem. Ik was zo streng! Maar na een paar keer is de nieuw er vanaf en heeft hij ook mijn juffenkant omarmt.



8. Waar je ook heengaat…


Soms lijkt het wel alsof je een relatie hebt met een BN’er, want overal wordt je partner herkend.


Soms is dat leuk. En soms ook niet. Want er wordt toch van je verwacht dat je altijd een soort voorbeeldfunctie vervult en áán staat. Ben je dan net met iets niet-zo-juffigs bezig, dan is het nogal ongemakkelijk wanneer je een leerling of ouders tegenkomt. Dus met een biertje in mijn had op een festival, kom ik liever geen kids tegen. En ook niet wanneer ik net een lingeriezaak verlaat (true story).



9. Nooit buiten het seizoen op vakantie


Wanneer je zelf schoolgaande kinderen hebt, is onze vakantieregeling natuurlijk ideaal, maar voor de kindervrije leerkrachten onder ons…


Ik denk dat mijn partner dit wel het grootste nadeel vindt aan mijn beroep. We zitten altijd aan die schoolvakanties vast. Dat betekent allereerst dat een vakantie véél duurder is, maar ook dat ik aan heel specifieke weken gebonden ben. Dus even een lang weekend weg met vrienden, vergt heel wat planning en aanpassing, want zij willen natuurlijk juist niet in het seizoen.



10. Onbegrijpelijk


Het is soms helemaal niet te begrijpen wat je leerkracht-partner meemaakt en in welke wereld hij of zij zich bevindt. Juf Bianca zegt dat zo mooi: “Ik leef in een kleuterwereld”. Het is ook écht soms een andere wereld. Er gaan dagen voorbij dat je nauwelijks met volwassenen praat. En je maakt heftige dingen mee met je leerlingen, die je niet in de koude kleren gaan zitten. Lastig te bevatten voor een buitenstaander.


Maar over het algemeen maakt dat de geliefde van een leerkracht helemaal niet uit. Want voor hem of haar ben je niet gewoon een leerkracht, maar een held!


10 DINGEN DIE ELKE LEERKRACHT VAN GROEP 1 HERKENT


Als leerkracht van groep 1 vervul je een speciale rol. Jij bent namelijk de eerste juf waarmee een kind (en zijn of haar ouders) te maken krijgen. Ze zullen je nooit vergeten!


Hieronder tien dingen die je als leerkracht van groep 1 wel zult herkennen.


1. Jongste kleuters


Op veel scholen worden de groepen 1 en 2 niet apart gezet, maar vormen zij samen een kleutergroep. De groep 1 leerlingen zijn dan de jongste kleuters. Zij kijken goed naar de leerlingen van groep 2 en leren zo ‘hoe het moet’. In groep 1 is er dan veel aandacht voor het wennen aan het naar school gaan.


2. Kijkochtenden


Voordat de vierjarigen definitief naar de basisschool gaan, komen ze vaak eerst een paar ochtenden kijken. Ontzettend spannend voor de kinderen om op bezoek te komen op de ‘grote school’. Jij houdt er als leerkracht dus rekening mee dat er regelmatig een nieuwe leerling in je groep komt. Je zorgt voor een stoeltje, een haakje op de kapstok en natuurlijk dat klasgenoten de nieuweling goed opvangen.


3. Afscheid nemen


Afscheid nemen van papa en mama is voor sommige kinderen heel spannend; zeker wanneer ze geen kinderdagverblijf of peuterspeelzaal hebben bezocht. Je zult zien dat kinderen er heel verschillend op reageren. Sommige kinderen zijn zo enthousiast over het speelgoed en de klasgenootjes van groep 1 dat ze hun ouders niet meer zien staan, anderen klampen zich aan de benen van hun moeder vast. En wat de moeders betreft, die hebben misschien nog wel meer moeite met het afscheid dan hun kinderen zelf!


4. Samenwerken met de PSZ


Als leerkracht van groep 1 werk je vaak intensief samen met de Peuterspeelzaal. Soms deel je een schoolplein of speelzaal, en anders heb je elkaar wel nodig voor overleg. Kinderen moeten worden doorgesproken, er wordt een intakegesprek met ouders gevoerd. Jij bent dan de schakel tussen de Peuterspeelzaal en de basisschool.


5. Opruimen


Spelen kunnen de meeste kinderen al prima wanneer ze in de eerste kleutergroep komen, maar opruimen is een andere vaardigheid. De juffen en meesters van groep 1 hebben een belangrijke taak, want zij leren de kinderen netjes omgaan met materialen, ze delen met klasgenoten en alles weer netjes opruimen.


6. Tellen tot tien


Een, twee, drie, vijf, negen, tien! In het begin gaat de telrij zo, maar naarmate er meer wordt geoefend, leren de kinderen uit groep 1 steeds beter tellen en voor je het weet schudden ze de telrij tot tien zo uit hun mouw. Trots dat ze zijn! En als de telrij is geautomatiseerd wordt er geoefend met  het tellen van hoeveelheden kralen, autootjes, pepernoten en nog veel meer.


7. Planbord


Vergis je niet, kinderen uit groep 1 lijken klein, maar kunnen al heel goed plannen. Omdat de leerlingen nog niet kunnen lezen, moet alles visueel aangeboden worden. Daarvoor worden een planbord en dagritmekaarten ingezet.


8. Nog niet schoolplichtig


Hoewel in Nederland de meeste kinderen met 4 jaar naar groep 1 gaan, zijn ze pas leerplichtig vanaf hun vijfde. Dat betekent dat sommige kinderen later starten, of dat ouders ervoor kunnen kiezen hun kind dagen of dagdelen thuis te houden. Hier speel je als leerkracht van groep 1 op in.


9. Naam schrijven


Hoewel de kinderen in groep 1 voor de rest nog niet echt hoeven te schrijven, leren ze wel al hun eigen naam herkennen. Ze zijn dan ook hartstikke trots wanneer ze ergens ‘hun letter’ zien. En al snel volgt ook het schrijven van de eigen naam. In het begin is het vooral het natekenen van de letters, maar steeds meer herken je er echt hun naam in.


10. De eerste juf of meester


Als leerkracht van groep 1 vervul je een speciale rol. Jij zult altijd de eerste juf of meester van deze kinderen blijven, waarmee je gegarandeerd een bijzonder plekje in hun hart veroverd hebt. En dat geldt omgekeerd natuurlijk net zo goed.


10 DINGEN DIE ELKE LEERKRACHT VAN GROEP 6 HERKENT


Groep 6 is een geweldige groep. Ze zijn wel al zo groot dat ze bij de bovenbouw horen, maar toch ook nog een beetje middenbouw. Als ik voor één groep zou moeten kiezen, dan zou het echt wel groep 6 zijn. Waarom? Je leest het hieronder.


Tien dingen die elke leerkracht van groep 6 herkent!


1. Stillezen


Wanneer leerlingen het leesniveau E6 hebben behaald, noemen we dat ook wel het niveau van de functionele geletterdheid. Op veel scholen wordt er in groep 6 niet meer aan alle kinderen expliciete leesinstructie gegeven, maar stappen zij over op het stillezen om leeskilometers te maken. Is er toch nog sprake van instructie, dan gaat het nu steeds meer over het vloeiend lezen, leestekens laten klinken en het lezen van woorden die afkomstig zijn uit andere talen.


2. Jeugdjournaal


Kinderen in groep 6 zijn hartstikke geïnteresseerd in wat er in de wereld om hun heen gebeurd. Op veel scholen wordt daarom ’s ochtends het Jeugdjournaal gekeken en een deel van je leerlingen zal het ’s avonds thuis ook kijken. Vooral wanneer het dierenleed betreft, zullen kinderen heel betrokken uit de hoek komen.


3. Miljoenen


In de lagere leerjaren staat de hoeveelheid ‘een miljoen’ voor een niet gedefinieerd gigantisch hoog getal. In groep 6 leren de leerlingen echter de precieze waarde van een miljoen en dat het een één met zes nullen is.


4. De eerste spreekbeurt


Groep 6 is op veel scholen ook het jaar waarin de eerste spreekbeurt, het eerste werkstuk of de eerste boekbespreking wordt gehouden. Leerlingen bereiden zich thuis goed voor, maken een PowerPoint of poster en presenteren in de klas. Van geweldig uitgebreide (door ouders) voorbereide presentaties, tot leerlingen die een paar zinnetjes vertellen over hun huisdier. Hoe dan ook, de eerste kennismaking met presenteren voor een groep wordt hier gelegd.


5. Waarom?


Leerlingen uit groep 6 willen alles begrijpen. Je zult dus veel ‘waarom’ vragen krijgen. Dat geldt natuurlijk voor alle groepen van de basisschool, maar vanaf groep 6 worden het steeds vaker ‘waarom’ vragen waar je als leerkracht het antwoord ook niet op weet…


6. Zelfstandigheid


Nu horen je leerlingen echt bij de groten! Je zult merken dat kinderen uit groep 6 vele malen zelfstandig zijn dan hun schoolgenoten uit groep 5. Ze kunnen stillezen, werken aan een weektaak en vooruit plannen. Dat geeft jou als leerkracht de kans aandacht te geven aan subgroepen die wat meer hulp of meer uitdaging nodig hebben.


7. Computer, laptop, tablet


Bij dat zelfstandig werken, horen ook digitale hulpmiddelen. Waar de leerlingen uit de lagere groepen vaak nog veel hulp nodig hebben met het werken op de computer, kunnen de kinderen van groep 6 ook echt zelfstandig aan het werk. Ze zoeken informatie op, typen een verhaal of werkstuk uit en het belangrijkste is natuurlijk het zoeken van geschikte plaatjes.


8. De twaalf provincies


Op veel scholen staan de topografie- en aardrijkskundelessen in groep 6 in het teken van de Nederlandse provincies. Welke 12 provincies zijn er, wat zijn hun hoofdsteden en welke belangrijke culturele kenmerken hebben ze? Als leerkracht van groep 6 besteed je er uitgebreid de tijd aan.


9. Verhaaltjessommen


De meeste scholen in Nederland werken met rekenmethodes die (deels) uitgaan van het realistisch rekenen. Zoveel mogelijk leerstof wordt aangeboden in contexten. Vanaf groep 6 zijn er dus veel verhaaltjes-, context- of redactiesommen. Rekenen en begrijpend lezen worden ineens in elkaar verweven. Jij als leerkracht helpt ze het verhaaltje te ontleden, de bewerkingen eruit te halen en te kiezen voor de juiste oplossing.


10. Lieve juffen en stoere meesters


Kinderen van groep 6 kijken nog echt op naar hun meesters en juffen. Je zult mooie tekeningen krijgen of ze vragen je om met hun mee te voetballen. Je hebt een geweldige taak als leerkracht van groep 6!


10 DINGEN DIE ELKE GROEP 3 LEERKRACHT HERKENT


Ik ben mijn onderwijs carrière begonnen met een langdurige vervanging in groep 3. Zonder enige ervaring met de leeftijdsgroep of het aanvankelijk leesproces, maar ik beet me er in vast en het werd een geweldig jaar. Wat heb ik me verwonderd over de kinderen en van ze genoten.


Hieronder tien dingen die elke groep 3 leerkracht bekend in de oren zullen klinken.


1. Ik, maan, roos, vis


En herfstsignaleringen, veilig-en-vlot dictee's, klikklakboekjes en de zon-aanpak. Veilig Leren Lezen is niet de enige, maar wel nog steeds de meest gebruikte methode voor aanvankelijk lezen.


2. De herfstdip


Als kleuter verheugden ze zich zo ontzettend op groep 3, want daar gingen ze eindelijk leren lezen. Viel dat even tegen dat het in de eerste schoolweek niet meteen lukte. Veel leerlingen ervaren in groep 3 dan ook een dipje in het najaar. Toch wel wennen van de kleutergroep naar groep 3! Gelukkig groeien de meeste leerlingen hier tegen de winter, wanneer de elementaire leeshandeling is aangeleerd vanzelf weer uit.


3. "Wanneer gaan we spelen?"


Tja, zoals al eerder benoemd, de overgang van groep 2 naar groep 3 is groot en er is veel minder tijd om te spelen. Hoewel veel leerlingen daar ook aan toe zijn, is het voor een enkeling even schrikken dat er niet meer (dagelijks) in de bouw- of poppenhoek gespeeld kan worden.


4. De b/d verwisseling


Van alle letters die worden omgedraaid, is de verwisseling tussen de b en d toch wel het meest hardnekkig. En het is ook lastig! Want als je een stoel omdraait, is het nog steeds een stoel, maar draai je de b om, dan is het ineens een d!


5. Alles in spiegelbeeld


Voor het aanleren van de leesrichting en de schrijfletters is het van belang dat je als juf of meester alles perfect voordoet voor de klas. Echter, om het er voor je leerlingen goed uit te laten zien, moet je het zelf allemaal in spiegelbeeld doen.


6. 'Ik vin ju liev'


Heerlijk om al die zelfgeschreven tekstjes te lezen. Alles fonetisch en spelling klopt voor geen meter, maar toch is het meteen duidelijk wat er staat, zeker voor een geoefende leerkracht.


7. Overal zijn letters


Er komt bij ieder kind zo'n moment dat ze opeens overal letters en woorden gaan herkennen. Je zult dan ook vaak horen: "Hé juf, daar staat ..." Zeker bij leerlingen die worstelen met het leren lezen, is het fijn om zo het moment mee te maken dat 'het kwartje valt'.


8. Schrijfletters en leesletters


Kunnen de leerlingen eindelijk de b en d onderscheiden, blijkt dat de b in het schrijfschrift weer helemaal anders wordt geschreven. Het is allemaal zo verwarrend met die schrijfletters en leesletters, en dan hebben we het nog niet eens over hoofdletters en verschillende lettertypes. Steeds mee scholen kiezen er dan ook voor om pas schrijfletters aan te leren als de fase van het aanvankelijk lezen is afgesloten.


9. Buh oooo mmm


In groep 3 spreken we de letters niet als letters, maar als klanken uit. Geen 'bee-ooo-em', maar 'buh-ooo-mmm' vormen het woordje boom. De leerkracht draait er zijn hand niet voor om, die is het gewend, maar de ouders... Een van de taken van de leerkracht van groep 3 is om ouders te leren hoe ze hun kind het beste kunnen ondersteunen bij het leren lezen.


10. De leerwinst


In geen andere groep zie je zo goed hoeveel de leerlingen geleerd hebben. Ze komen binnen als kleuters die misschien net hun eigen naam kunnen spellen en vertrekken als echte lezers. Dat is wat jouw taak als leerkracht van groep 3 zo bijzonder maakt. Je kunt met recht trots zijn. Op je leerlingen én op jezelf.


10 DINGEN DIE ELKE LEERKRACHT VAN GROEP 8 HERKENT


Groep 8 is een bijzonder jaar voor veel leerlingen. Dat komt door de vele bijzondere activiteiten, maar ook omdat het het jaar is waar je je het meest van herinnert. Ik ben al een aantal jaren leerkracht van groep 8 en geniet ieder jaar weer intens van alle bijzondere dingen die groep 8 met zich mee brengt.


Dit lijstje met 10 dingen die juffen en meesters van groep 8 herkennen, was dan ook zo gemaakt!


1. De centrale eindtoets


Sinds een aantal jaren is het verplicht om een eindtoets af te nemen in groep 8. Waar er voorheen alleen de eindtoets van CITO was, kunnen scholen nu kiezen voor een eindtoets die het best bij hun manier van werken past. Ook een fijne verandering is dat de score van de eindtoets nu niet meer het advies bepaalt!


2. De laatste helft van het schooljaar


Tja, wanneer die eindtoets voorbij is, is de motivatie van een deel van je leerlingen om nog aandacht aan taal en rekenen te besteden, ook voorbij! Dit is natuurlijk al wat minder geworden sinds de eindtoets in april wordt afgenomen in plaats van in februari, maar het speelt nog steeds. Als leerkracht van groep 8 bestaat jouw jaar uit twee delen. Het deel voor de toetsen, waarin je leerstof intensief herhaalt en het deel na de toetsen, waarin alles wat rustiger aan kan zodat er meer tijd overblijft voor alle afsluitende activiteiten van groep 8.


3. De Musical of Bonte Avond


Met z’n allen weken oefenen om een replica van ‘Grease’ op te voeren, of allemaal een eigen act bedenken: een goocheltruc, een moppenshow, een ingestudeerd dansje. In de laatste of voorlaatste schoolweek worden alle ouders, broertjes, zusjes, opa’s en oma’s uitgenodigd om naar de bijzondere afscheidsavond te kijken.


4. Herhalen, herhalen, herhalen, herhalen


Het klinkt misschien een beetje gek, maar eerlijk is eerlijk, er wordt maar weinig nieuwe leerstof aangeboden in groep 8. Eigenlijk ben je als leerkracht van groep 8 vooral bezig met herhalen en wellicht het opvangen van hiaten uit de lagere groepen.


5. Het voortgezet onderwijs


Als leerkracht van de schoolverlaters ben jij de schakel tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Je bezoekt informatiebijeenkomsten van de VO scholen en spreekt je leerlingen met hen door tijdens de ‘warme overdracht’.


6. Het definitieve VO advies


Voor 1 maart behoren alle leerlingen uit groep 8 een definitief schooladvies te krijgen. Waar er voorheen nog veel eisen van het VO aan de adviezen werden gesteld en de CITO eindtoets een belangrijk onderdeel van het schooladvies was, wordt de laatste jaren de rol van de leerkracht van groep 8 weer een stuk serieuzer genomen. Het basisschooladvies is leidend!


7. Het schoolkamp


Sommige scholen gaan op schoolkamp, andere scholen organiseren schoolverlatersdagen. Beide opties zijn even bijzonder. Een pretpark bezoeken, sportdag of griezeltocht organiseren of een nachtjes slapen op school… Je leert je klas kennen op een andere manier en leerlingen nemen op een gepaste manier afscheid van elkaar.


8. Seksuele voorlichting


Van de bloemetjes en de bijtjes… En waar baby’tjes vandaan komen… De achtstegroepers vinden dit reuze interessant! Het zal gegiechel opleveren, kinderen die zich generen, kinderen die wel al heel veel weten voor hun leeftijd en kinderen die bijzondere vragen stellen. Voor leerkrachten is zo’n seksuele voorlichting ook wel spannend om te onderwijzen. Mijn tip: pak het zo nuchter mogelijk aan, alsof het niets bijzonders is, en dan komt het vanzelf goed!


9. Agenda


In groep 8 wordt een begin gemaakt met het plannen zoals dat volgend jaar in de brugklas ook moet. Daar is een agenda onmisbaar voor. Op het gros van de Nederlandse scholen hebben de leerlingen van groep 8 dus een agenda nodig die dagelijks meegenomen en ingevuld wordt en af en toe gecontroleerd door de leerkracht.


10. Afscheid nemen


Elke juf of meester neemt aan het eind van het schooljaar afscheid van zijn of haar groep. Van groep 8 neem je echter afscheid met de hele school! Zo’n afscheid kan dan ook behoorlijk emotioneel worden en hoewel het voelt alsof de leerlingen de school definitief verlaten, zie je ze in de volgende jaren toch nog vaak even binnenwippen met een puntenlijst of rapport, of om een praatje te maken. Jij als leerkracht van groep 8, bent dan degene die speciaal opgezocht wordt en dat maakt jouw status extra speciaal!


9 DINGEN DIE JE NIET WILT HOREN TIJDENS DE TOETS



De CITO toetsen zitten er voor mijn groep weer op. Eindelijk, denken de kinderen. En ik ook!

Begrijp me niet verkeerd, ik ben heel blij met de informatie die ik uit de toetsen haal, waarmee ik mijn onderwijs evalueer en kinderen verder kan helpen. Maar CITO toetsen afnemen in een unit 5-8, heb ik toch wel enigszins onderschat. Zes toetsen keer een x aantal taken (en voor groep 8 zelfs acht toetsen) x vier groepen is wel heftig!


Voordeel: ik heb weer zat inspiratie voor een leuk lijstje. Deze keer … dingen die je niet wilt horen voor, tijdens of na de toets.



1. Oh, waren we al met het dictee begonnen?


Bij zin 11. Dat is me maar één keer gebeurd. Sindsdien controleer ik altijd heel goed of echt alle leerlingen meedoen. De meneer in kwestie was nog lekker in zijn boek aan het lezen. Ging er helemaal in op.



2. Notificatie: Absentiemelding voor…


Tja, het CITO seizoen en het griepseizoen vallen nu eenmaal altijd tegelijk. Dat is een gegeven.

Twee weken geleden kreeg ik ’s ochtends vier ziekmeldingen. Een leerling uit groep 5, een uit groep 6, een uit groep 7 en een uit groep 8. Deel 1 van de CITO spelling stond gepland en ik had echt geen zin om alle vier de dictees twee keer voor te lezen. We zijn dus maar met woordenschat verder gegaan.



3. Ik heb per ongeluk het antwoord in mijn boekje omcirkeld.


Voorheen liet ik de kinderen een kruis op de voorkant van het boekje zetten en gooide ik die boekjes na de toets weg. Het jaar erna moest ik dan weer kopiëren.


Tijdens de laatste toets van dit jaar bedacht ik een gemakkelijkere reactie: “Omcirkel de andere drie antwoorden ook maar.”



4. Goed werken, geen fouten maken. Denk eraan! Deze toets telt mee voor je advies/rapport.


Ouders die hun kroost opjutten voor de toetsen, wat heb ik daar ontzettend veel moeite mee. Hoeveel we op school ook benadrukken  dat de toetsen een meetinstrument zijn en we ook naar allerlei andere zaken kijken, wil dit niet bij alle ouders beklijven. Met als gevolg dat kinderen hartstikke gespannen aan een toets beginnen.


Jammer.



5. Volgens mij heb ik een vraag overgeslagen, maar ik weet niet meer welke.


Oh nee!



6. Juf, ik moet naar de wc.


Tijdens een toets die voorgelezen moet worden. Vooral herkenbaar voor de onderbouw leerkrachten. Zeker wanneer je ziet dat de heer of dame in kwestie het echt niet meer kan ophouden. Wat doe je dan? Met z’n allen wachten. En dan maar hopen dat het om een kleine boodschap gaat.



7. Broertje.


Dit behoeft geen uitleg. Iedereen die ooit een DMT heeft afgenomen, weet waarom.



8. Kan de lijst LrlAfname niet vinden.


Als je net alle rekentoetsen van groep 8 hebt ingevoerd en op ‘bewaren’ klikt, verschijnt deze foutmelding in beeld. En er is niets dat je kunt doen, behalve het programma afsluiten en weer helemaal opnieuw beginnen.


En ja, bij deze toets kiezen we voor ‘fouten invoeren’.



9. Ik ben klaar! Makkie.


Na zeven minuten. Bij een begrijpend lezen toets. Van een zwakke leerling… Die kinderen heb je ook. En verontwaardigd dat ze zijn als ze van mij alle vragen nog eens opnieuw moeten bekijken en de tekst moeten teruglezen!


10 DINGEN DIE ELKE GROEP 5 LEERKRACHT HERKENT


Mijn LIO stage liep ik in groep 5 en sindsdien heeft deze groep een bijzonder plekje in mijn hart. Ook de groepen 5 waar ik daarna aan heb mogen lesgeven, bevestigden dit gevoel.


Deze tien dingen herken ik als leerkracht van groep 5 en velen anderen met mij.


1. Groot en toch klein


Wat ik het meest bijzonder vind aan groep 5, is dat de leerlingen zo groot en klein tegelijk zijn. Ze interesseren zich al voor wereldse kwesties uit het Jeugdjournaal, maar laten zich ook nog lekker voor de gek houden door de juf of meester. Het beste van twee werelden!


2. Schoolzwemmen


Op veel scholen is het schoolzwemmen onlosmakelijk verbonden aan groep 5. Met z'n allen in de bus, omkleden, oefenen en op het eind even vrij zwemmen. Het is elke week weer een speciaal momentje.


3. Wereldoriëntatie


Groep 5 is ook het eerste kaar waarin de zaakvakken expliciet worden aangeboden. Geschiedenis, aardrijkskunde en natuur. De leerlingen zijn zo geïnteresseerd en zuigen alle leerstof op als een spons.


4. Open en gesloten lettergreep


Verdubbelaar en klinkerdief. Open en gesloten klank. Kikker- en jagerwoorden... Het maakt niet uit hoe je het noemt, het blijft een struikelblok. Want waarom schrijf je 'bomen en bommen' en niet gewoon 'boomen en bomen'? Tot aan het eind van groep 4 waren de meeste woorden klankvast, maar in groep 5 wordt het echt moeilijk.


5. Jongens en meisjes


Het verschil tussen jongens en meisjes wordt steeds duidelijker in groep 5. Dat betekent niet dat ze niet meer met elkaar spelen, maar wel dat ze zich er erg bewust van worden.


6. Tafeltjes


Tafeltjesbingo, tafeltjes automatiseren, tafeltjes dictees, tafeltjesdiploma's... De eerste helft van groep 5 staat in het teken van het automatiseren en daar trekken de juffen en meesters alles voor uit de kast! Van liedjws tot een tafeltjesfeest. Alles om de leerlingen te motiveren!


7. Huiswerk


Op veel scholen krijgen leerlingen van groep 5 voor het eerst huiswerk mee. Hoewel ze daar in het begin vaak erg naar uitkijken (want dan hoor je wel bij de groten), valt het daarna voor een groot deel van de leerlingen vies. tegen.


8. Bovenbouw


In groep 5 hoor je bij de bovenbouw. Spelen op het grote plein. Niet bij de Sint op bezoek, maar surprises knutselen. Een agenda mee naar school. Hartstikke spannend om nu tot die groep te behoren waar ook groep 8 bij hoort.


9. Klokkijken


Als de tafeltjes dan eindelijk zijn geautomatiseerd, wordt er direct overgegaan op de klok. Analoog en digitaal. Ook hier trekken de juffen en meesters van groep 5 weer alles voor uit de kast!


10. De leerstof


In groep 5 krijgen de leerlingen over de gehele lijn met zoveel nieuwe leerstof te maken. De instructie van de leerkracht is hier van groot belang. Ben jij juf of meester van groep 5, dan ben je je er dus van bewust hoe belangrijk jouw taak is!


10 DINGEN DIE ELKE LEERKRACHT VAN GROEP 2 HERKENT


Mijn eerste stage liep ik in groep 2. Spannend dat ik het vond, zeker omdat de PABO wilde doen voor het ‘oudere kind’. Toch heb ik een heerlijke tijd gehad in groep 2 en zou ik zo weer terug willen.


Hieronder deel ik tien dingen die je als leerkracht van groep 2 vast wel herkent.


1. Oudste kleuters


Aangezien de meeste scholen geen aparte groep 1 en 2 hebben, maar gecombineerde kleutergroepen vormen, zijn de leerlingen van groep 2 dan de oudste kleuters. Waar groep 1 nog veel mag wennen, worden er wat hogere eisen gesteld aan groep 2. Ook zorgen deze oudste kleuters voor het goede voorbeeld waarvan groep 1 mag afkijken. Ze zijn dan ook vaak erg trots en gedragen zich groot en verstandig in het bijzijn van de jongste kleuters.


2. Letters herkennen


Hoewel nog allemaal op een speelse manier, komt er steeds meer aandacht voor letters. Letters herkennen, een letterboom maken, hakken-en-plakken, letters kleien of plakken… Noem maar op! Ook speelt geschreven tekst een steeds grotere rol in het spel van de kinderen. Ze maken een boodschappenlijstje in de huishoek of sorteren brieven uit in het postkantoor.


3. Koprollen en huppelen


In groep 2 wordt er nog in de speelzaal gegymd. Er wordt gestoeid, gemikt, gedanst, gerend, gekropen… Het aanleren van de koprol en het oefenen met huppelen zijn twee activiteiten die veel voorkomen in de gymlessen van groep 2.


4. Koekeloere


“Ik koekeloer hier, ik koekeloer daar, ik koe-ke-loer het hele jaar…”. Minimaal één keer per week hoor je dit deuntje door het kleuterlokaal schallen. En alle kinderen zingen luidkeels mee. De avonturen van Moffel en Piertje en Flip de Beer worden al 25 jaar door de Nederlandse schoolkinderen op de voet gevolgd. Genieten is het voor jou als juf of meester wanneer al je leerlingen met open mond naar het digibord of televisiescherm kijken.


5. Tellen tot en met 20


Waar de kinderen van groep 1 leerden tellen tot tien, wordt dit in groep 2 uitgebouwd naar tellen tot twintig. Nu gaat ook het resultatief tellen een grotere rol spelen. Hoeveel kralen liggen daar? Als ik er twee wegpak, hoeveel zijn het er dan? Ongemerkt zijn kinderen bezig met hoeveelheden bepalen, optellen en aftrekken. In groep 2 ligt een belangrijke basis voor het rekenonderwijs in groep 3.


6. Buitenspelen


Als leerkracht van groep 2 ga je vaak naar buiten, want je leerlingen spelen veel buiten. Wie denkt dat je als leerkracht dan zit te zonnen op de rand van de zandbak, heeft het mis. Buitenspelen is belangrijk: het biedt unieke speel- en ontdekkingsmogelijkheden en spreek essentiële ontwikkelingsaspecten aan. Als leerkracht stuur je leerlingen aan, observeer je hen, bied je hulp en speel je mee.


7. Kleutertoetsen


Je kunt er voorstander of fervent tegenstander van zijn, maar in de meeste groepen 2 is het wel een feit dat er kleutertoetsen worden afgenomen en dan meestal die van CITO. Sommige kleuters vinden het maar helemaal niets dat ze stil op een stoeltje moeten zitten, anderen verheugen zich erop om in een boekje te werken.


8. Wel of niet naar groep 3


Wanneer is een kind toe aan groep 3? Nog een jaartje kleuteren? Schoolrijp? Als leerkracht van groep 2 maak je samen met ouders en de interne begeleider de beslissing of een kind doorstroomt naar groep 3. Een belangrijke en moeilijke beslissing! Er zijn natuurlijk wel allerlei observatie-instrumenten en kleutertoetsen, maar als puntje bij paaltje komt, is jouw indruk van het kind veel belangrijker.


9. Korte dagen en lange dagen


Op veel basisscholen gaan de leerlingen uit de onderbouw op vrijdag vroeger naar huis of hebben ze op woensdag vrij. Je leerlingen zullen je dan ook regelmatig vragen: “Is vandaag een lange of een korte dag?” Of wanneer kinderen thuis overblijven: “Hebben we vandaag één of twee keer school?” Als juf of meester van groep 2 is echter elke dag een lange dag. Je bent altijd wel bezig, is het niet met leerlingen, dan is het wel met voorbereiden, opruimen, verjaardagsmutsen knutselen of thema’s uitwerken.


10. De leukste uitspraken


Je kunt boeken vullen met de uitspraken die je op de basisschool hoort en dan met name in groep 2. Als ze bijvoorbeeld zeggen dat een beslagen raam ‘bezweet’ is of je vragen hun banaan open te maken, omdat ‘mama hem vanmorgen te strak heeft dichtgemaakt’. Het zijn deze grappige en hartverwarmende uitspraken waardoor jij als leerkracht van groep 2 elke dag fluitend naar je werk gaat. Je hebt een topbaan!


10 DINGEN DIE ELKE LEERKRACHT VAN GROEP 7 HERKENT


Groep 7 is een van de meest intensieve schooljaren. Het staat niet, zoals groep 8, bol van de bijzondere activiteiten, maar wel bomvol met leerstof. Dat heeft ook wel zo zijn charme en zo kon ik wel tien speciale dingen opsommen die bij groep 7 horen.

Deze tien dingen zullen je als leerkracht van groep 7 dan ook wel bekend voorkomen.


1. Learning English


Op steeds meer scholen wordt er vanaf groep 5, of zelfs al in de kleutergroep, Engels gegeven. In groep 7 en 8 komt het in ieder geval op elke school aan bod. Bij de Engels lessen ligt de nadruk vooral op het spreken en luisteren en op alledaagse situaties. Daar horen dus ook korte toneelstukjes bij waarin de kinderen een gesprekje voeren op de camping, in de trein of bij de bakker. Spannend!


2. Schoolvoetbal


Veel scholen nemen deel aan plaatselijke schoolvoetbaltoernooien. Meestal mogen kinderen vanaf groep 7 deelnemen. Een bijzondere ervaring om een groep in een team te zien veranderen, vooral wanneer de meester of juf zich tot overenthousiaste ‘coach’ ontpopt!


3. Werkwoordspelling


Het ‘sexy fokschaap’ of ‘ex-kofschip’, menig kind uit groep 7 kan het dromen. Werkwoordspelling is hartstikke moeilijk, want waarom is het ‘ik vind’, maar ‘jij vindt’ en toch weer ‘vind jij’? Het gros van de volwassen kampt al met twijfels hierover, laat staan de kinderen. In groep 7 moet dus flink worden geoefend.


4. Het verkeersexamen


Veel Nederlandse scholen nemen in het voorjaar van groep 7 deel aan het landelijke verkeersexamen. Kinderen maken eerst een theorie toets over verkeersregels en veel voorkomende moeilijke situaties. Halen ze dat, dan mogen ze deelnemen aan het praktijkexamen, waarbij ze een rondje door de buurt fietsen en aan observatoren laten zien dat ze de verkeersregels ook ‘in het echt’ kunnen toepassen. Een bijzondere tijd waarin routes worden geoefend, verkeersborden worden verklaard en fietsen worden gecontroleerd.


5. Breuken, procenten en verhoudingen


In groep 7 wordt de leerlijn ‘breuken, procenten, verhoudingen’ flink uitgediept. Leerlingen leren verbanden zien tussen een breuk (1/2), percentage (50%), verhouding (1:2) en kommagetal (0,5). Mijn persoonlijke ervaring is dat ik in groep 7 in de rekenles zo’n beetje dagelijks wijs op de verhoudingstabel als hulpmiddel.


6. Het voorlopig VO advies


Niet op elke school, maar op steeds meer scholen bekommeren niet alleen de leerkrachten van groep 8 zich om het advies voor het voortgezet onderwijs. Er wordt in een team over gesproken met leerkrachten van de groepen 7 en 8 en de intern begeleider. Vaak wordt er dan in groep 7 al een voorlopig advies gegeven. Spannend voor de leerlingen, ouders, maar ook juffen en meesters. Want is jouw advies wel wat ouders en kind hadden verwacht?


7. Staartdelingen


Behalve breuken, procenten en verhoudingen, gaat er in groep 7 ook veel aandacht uit naar het cijferen. Waar het cijferend optellen en aftrekken verder wordt geoefend, wordt er een begin gemaakt het cijferend vermenigvuldigen en cijferend delen. Vooral dat laatste vinden de leerlingen vaak knap lastig. Zeker wanneer de twee manieren ‘staartdeling’ (oude manier) en ‘herhaald aftrekken’ (nieuwe manier) beiden worden aangeboden kan dat voor flink wat verwarring zorgen.


8. Voorleeswedstrijd


Tijdens de Kinderboekenweek wordt er op veel scholen ook een voorleeswedstrijd georganiseerd voor de leerlingen van groep 7 en 8. Lezen kunnen ze in groep 7 al heel goed, maar voorlezen is toch een unieke vaardigheid. Samen oefenen, een geschikt boek uitzoeken en dan de spanning van een ‘wedstrijd’.


9. De Entree toets


Veel scholen nemen in groep 7 (en soms ook al in groep 6) de Entree toets af. Ik moet eerlijk gezegd toegeven dat ik er zelf helemaal geen ervaring mee heb, omdat deze op de scholen waar ik werk(te) niet werd afgenomen. Wel weet ik van collega’s dat het best een hoop werk is om de Entree toets af te nemen en in je planning te verwerken. Chapeau voor de leerkrachten van groep 7!


10. Een bomvol jaar


Vaak gaat alle eer naar groep 8 en dat is niet helemaal terecht. Groep 7 is namelijk een van de meest intensieve schooljaren. Er moet zo ontzettend veel geleerd worden en dat in een groep die al begint te prepuberen. Een leerkracht van groep 7 moet dus zowel op pedagogisch vlak als op didactisch vlak sterk zijn om orde te houden, pesten tegen te gaan en om goede kwalitatieve instructies voor rekenen en taal te geven. Leerkrachten van groep 7, jullie zijn toppers!


10 DINGEN DIE ELKE GROEP 4 LEERKRACHT HERKENT


Als we het hebben over bijzondere leerjaren op de basisschool, denk je misschien niet zo snel aan groep 4. Toch is dit juist ook een hele speciale tijd.


Hieronder lees je waarom. Tien herkenbare zaken voor leerkrachten van groep 4!


1. Boek, schrift, werkboek...


Sta je voor het eerst in groep 4, dan kun je er nog van schrikken hoe lang het duurt voor je met je les kan starten. De leerlingen hebben namelijk een lesboek, een werkboek en een schrift nodig en dat zijn ze niet gewend vanuit groep 3. Alleen al het openen op de juiste pagina en het arrangeren van al dat leermateriaal op de tafel vergt de nodige moeite. Laat staan het werken in een schrift. Beginnen bij de kantlijn, maar wat is dat, een kantlijn? Een leerkracht van groep 4 heeft een flinke portie geduld nodig om dit allemaal over te brengen!


2. Rekenen tot honderd


Waar er in groep 3 vooral aan de sommen tot wn met twintig werd gewerkt, komen er nu sommen tot 100 aan bod. En 100 is toch wel heel erg veel. Zeker bij het rekenen met geld zie je de oogjes van je leerlingen stralen wanner de briefjes van 20 en 50 tevoorschijn komen. Weet je wel hoeveel snoep je daarvan kunt kopen!?


3. Losse tanden


Een melkgebit komt en het verdwijnt ook weer. Mijn ervaring is dat een groot deel van dat wisselen in groep 4 gebeurt. Ook lijkt het wel besmettelijk... Verliest er één kind een tand, dan kun je er op rekenen dat er die dag nog meer zullen volgen. Dus sla doosjes of envelopjes in en zorg er in ieder geval voor dat je de tanden niet - zoals ik - verliest!


4. De grootste (van de kleintjes)


Groep 4 is de oudste groep van de onder-/middenbouw. De grootste leerlingen op het plein, de oudste groep bij de Sinterklaasviering... Hoe klein ze ook nog zijn, ze voelen zich al zo groot!


5. Verschillende leesniveaus


Het verschil in technisch leesniveaus of AVI's is nergens zo groot als in groep 4. Waar er aan de ene kant nog leerlingen zijn die worstelen met de elementaire leeshandeling, heb je ook leerlingen die al op het niveau van groep 6 lezen. Richt daar je leesles maar eens naar in!


6. Allerlei nieuwe vakken


Spelling, taal, technisch lezen, begrijpend lezen en woordenschat. In de ogen van je leerlingen allemaal nieuwe vakken. Vorig jaar hadden ze immers alleen 'lezen'. Jij weet natuurlijk wel beter.


7. De communie


Oké, deze is wellicht niet voor elke leerkracht herkenbaar, maar voor de leerkrachten in het zuiden van ons land vast wel. Waar ik woon en werk zijn veel scholen Rooms-Katholiek en staat een zondag in mei of juni in het teken van de communicantjes: leerlingen van groep 4 die voor het eerst een hostie krijgen in de kerk. Er wordt een heel feest van gemaakt met mooie witte jurken, vrolijke liedjes en het hele dorp dat uittrekt.


8. Hoofdletters


Ben je eindelijk bekend met al die lastige schrijfletters, komen de hoofdletters om de hoek kijken. En ze lijken soms niet eens op de kleine letter! Oefenen, oefenen, oefenen.


9. Sinterklaas


Sinterklaas is een heel bijzonder feest in groep 4. Je leerlingen zitten namelijk tussen het kinderfeest en het grote-mensen-feest in. Sommigen kennen het geheim wel al, anderen niet, en weer anderen twijfelen. Dat moet je als juf of meester goed kunnen aanvoelen.


10. Klaarstomen


Hoewel er altijd veel eer gaat naar groep 3, is juist groep 4 hartstikke belangrijk. Als leerkracht van groep 4 zorg je er namelijk voor dat alle basiskennis en -vaardigheden van groep 3 verder uitgebouwd en verdiept worden en stoom je je leerlingen klaar voor de bovenbouw. Dat is wat jou als leerkracht van groep 4 zo onmisbaar maakt!



50 KEER: WAAROM LEERKRACHTEN HET LEUKSTE BEROEP HEBBEN



De laatste tijd hoor ik veel negatieve geluiden in de media over het onderwijs. Het lijkt net alsof het een straf is om leerkracht te zijn.


Maar laten we eens eerlijk zijn. Het tegendeel is waar! We hebben een juist een geweldig beroep.


Geloof je me niet? Ik heb het bewijs verzameld in deze vijftig (ja, vijftig!) redenen waarom leerkrachten het aller-, aller-, allerleukste beroep ter wereld hebben!



1. Je krijgt de kans levens te beïnvloeden.


2. Je kunt leerlingen zo’n beetje alles laten doen wanneer je ze een gouden ster, smiley of iets willekeurig anders (voer jouw beloningssysteem in) geeft.


3. Bij geen andere baan krijg je zoveel complimenten: “Juf, wat heb je een mooie jurk aan!”


4. Er ligt ieder jaar een valentijnskaart voor je klaar: “liefu juf …’


5. Je kunt de kinderen zo lekker voor de gek houden.


6. Dat magische moment wanneer je een verhaal voorleest en twintig kinderen je muisstil met open mond aanstaren.


7. Je wordt met een titel aangesproken: juf of meester.


8. Opmerkingen van leerlingen houden je bescheiden: “Juf, zie ik daar nu grijs in je haar?”


9. Je hebt een excuus om als volwassene mee te doen aan de Sinterklaasgekte: “Tja, het Sinterklaasjournaal moet ik nou eenmaal kijken voor mijn werk.”


10. Zo’n 20 tot 30 schatjes denken dat jij de slimste persoon op de wereld bent.


11. Je weet wat hard werken is.


12. Je ziet leerlingen door het jaar heen groeien en steeds zelfstandiger worden.


13. Je krijgt op de gekste momenten ineens een leuk lesidee (onder de douche, in de supermarkt, op vakantie, bij de tandarts)


14. Je blijft je hele leven bijleren.


15. Door regelmatig oefenen, blijf je een kei in hoofdrekenen.


16. De hele dag met kinderen werken, het houdt je jong.


17. De grappige uitspraken die leerlingen doen: “Juf, wat wil jij eigenlijk later worden? “


18. Je blijft, zonder al te veel moeite, lekker op de hoogte van de actualiteit door samen met je groep het jeugdjournaal te kijken.


19. Je leert net zoveel van de kinderen als zij van jou.


20. De boeiende, bijzondere, interessante gesprekken die je met je leerlingen voert.


21. Ook al heb je geen kinderen, je wordt toch regelmatig papa/mama genoemd (of opa/oma, maar dat is minder leuk).


22. Je hoeft niet te twijfelen wanneer je t of dt moet gebruiken.


23. Meedoen met trefbal. “Ik laat jullie wel eens zien hoe dit moet!”


24. Omdat je als een celebrity wordt behandeld wanneer je een leerling buiten school tegenkomt. Vind maar eens een ander beroep waarbij je de hele dag mag zingen.


25. Je op school opgedane organisatievermogen kun je ook thuis gebruiken.


26. Je krijgt betaald om met kinderen te knutselen! Het behoeft geen uitleg waarom dit geweldig is.


27. Je hebt altijd een reden om naar de Action of Xenos te gaan.


28. Ben je single? Niet getreurd. Er is altijd wel een kleuter die met je wilt trouwen.


29. Je kunt je al een beetje voorbereiden voor wanneer je zelf ooit kinderen krijgt.


30. Fijne, regelmatige werktijden en het weekend vrij.


31. Niemand voelt zich op zijn verjaardag zó jarig als een leerkracht.


32. Bij welk ander beroep krijg je nou de kans om met glitter te werken?


33. Leerkrachten zijn de meest positieve mensen.


34. Al die cadeautjes en chocolade die je aan het eind van het schooljaar krijgt.


35. Als je een probleem tegenkomt, zijn er altijd wel 20 tot 30 lieverdjes bereid het te helpen oplossen.


36. Spelletjes spelen onder werktijd. Jeej!


37. Al die gezellige vieringen: Kerstontbijt, Paaseieren zoeken, intocht van de Sint…


38. Jij zes uur lang de baas bent!


39. Dat moment dat een leerling, na dagen/weken van oefenen, het eindelijk snapt! Een beter gevoel bestaat niet.


40. Gymlessen geven, achter kleuters aanrennen. Je blijft actief.


41. Elke dag is anders.


42. Voor leerlingen die het thuis niet goed hebben, maak jij het verschil.


43. Elke dag biedt een nieuwe uitdaging (ook al is die uitdaging soms zoiets als een luizenplaag).


44. Collega’s, waarmee je zo op één lijn zit, dat ze vrienden worden.


45. Soms vind je zomaar ineens een lief briefje op je bureau.


46. De gezellige drukte die in een klaslokaal heerst.


47. Wanneer een leerling of ouder je komt bedanken.


48. Je kunt altijd creatief aan de slag.


49. Herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie, meivakantie, zomervakantie… Zelfs wanneer je een deel ervan werkt.


50. En last but not least: de kinderen!


50 WAARHEDEN OVER ONDERWIJS...


DIE ZE NIET VERTELLEN OP DE LERARENOPLEIDING



Toen ik op de PABO zat, dacht ik alles te weten dat er maar te weten was over lesgeven en vond ik mezelf heel wat. Gedurende de afgelopen zes jaar heb ik mijn beeld van het onderwijs en het leven als leerkracht aardig bij moeten stellen en heb ik behoorlijk wat bijgeleerd en daar ben ik vast nog niet klaar mee.

Hieronder enkele waarheden over ons vak. Goed om te weten voor nieuwkomers en herkenbaar voor 'oude gedienden'. En eh, lezen met een knipoog!



1. Een schoolgebouw is vies.


2. Pakjes melk achter de verwarming, snot onder de tafels, beschimmelde boterhammen in laatjes...


3. Kinderen vertellen alles wat er thuis gebeurt op school aan jou.


4. Maar ze vertellen alles wat op school gebeurt ook thuis aan hun ouders.


5. Niet alle kinderen zijn (altijd) leuk.


6. En niet alle ouders zijn (altijd) leuk.


7. Je gaat die dingen zeggen waar je je bij jouw eigen leraren aan ergerde.


8. En jouw leerlingen gaan zich aan jou ergeren.


9. Je kunt niet altijd de leuke leerkracht zijn.


10. Maar het is wel belangrijk dat leerlingen je leuk vinden.


11. Op papier zijn je pauzes al kort.


12. Maar in de praktijk zijn ze nog veel korter.


13. Zelfs in groep 7 en 8 hebben de meeste jongens nog moeite met richten op het toilet.


14. In de ogen van je leerlingen ben je oud.


15. Dit gaat al op vanaf de leeftijd van 24 ongeveer.


16. Je telt de dagen af tot het eindelijk weer vakantie is.


17. En dan tel je de dagen tot je alweer naar school moet met weemoed.


18. Je krijgt kinderen in de klas die Django of Elvis of Solomonica heten.


19. En je krijgt klassen met vier Sofie's.


20. Je bent soms langer bezig met de verslaglegging van een activiteit, dan met de activiteit zelf.


21. Om drie uur naar huis is een illusie.


22. Om vier uur naar huis is ook een illusie.


23. Om vijf uur naar huis is vaak zelfs een illusie.


24. Om... Laat maar zitten.


25. Glitter is altijd een slecht idee!


26. Vergaderingen zijn lang niet altijd zinvol.


27. Als het een beetje tegenzit, zul je plas moeten opruimen.


28. Of poep.


29. Of braaksel.


30. Of bloed.


31. Kinderen zijn verschrikkelijk eerlijk en wijzen je op al je gebreken.


32. Je gaat je geld uitgeven aan spullen (al zijn het maar boeken) voor je klas.


33. Al die tekeningen en knutselwerkjes die je van leerlingen krijgt, gooi je op een zeker moment weg.


34. Je kunt dit niet doen in de papierbak op school, want dan breekt de hel los!


35. Je gaat kant-en-klare methodelessen afdraaien.


36. Je zult soms in stilte dankbaar of opgelucht zijn als 'dat kind' een dagje afwezig is.


37. En je schrikt je kapot wanneer 'die ouder' je een e-mail heeft gestuurd.


38. Als je een grapje maakt in de klas, zijn er maar weinig kinderen die het grappig zullen vinden.


39. Mocht je je onverhoopt een keer verspreken in de klas, zal deze minutenlang in een lachstuip blijven.


40. Het papier in het kopieerapparaat is altijd op wanneer jij wilt kopiëren.


41. Hetzelfde gaat op voor de toner.


42. En de nietjes.


43. En de bonen in het koffieapparaat.


44. En... Vul zelf maar iets in.


45. Je gaat je 'leerkrachtstem' thuis tegen je partner of kinderen gebruiken.


46. Dit leidt tot ruzie.


47. Je zult op een zeker moment moeten huilen.


48. Maar je droogt je tranen en gaat weer verder met werken.


49. Soms zul je denken: waarom heb ik voor dit beroep gekozen?!


50. Maar eigenlijk weet je heel goed: je hebt het mooiste beroep dat er is.




ZES IRRITANTE DINGEN DIE ALLE LEERKRACHTEN DOEN


JA, JIJ OOK!



Wij leerkrachten zijn een volk apart en naast het spectrum aan fantastische eigenschappen dat wij bezitten, zijn sommige van onze karaktertrekken iets, eh, minder benijdenswaardig.


Herken jij je er ook in?



1. Niet om kunnen gaan met taalfouten in je omgeving


Ook wanneer je niet op school bent en er geen kinderen in de buurt zijn, sta je ‘aan’ en voel je de behoefte om alles en iedereen te verbeteren.


Ik heb hier persoonlijk heel veel last van. Als ik volwassenen dingen als ‘Hun komen wat later.’ of ‘Beter als gisteren’ hoor zeggen, ontstaat er een kleine kortsluiting in mijn hersenen en moet ik me inhouden niet ‘ZIJ!’ of ‘DAN!’ uit te roepen.


Een heel slechte eigenschap. Maar wees gerust, ik werk er aan!



2. Heel hard praten


Als je gewend bent een klas van 32 kleuters (of nog erger: pubers) te moeten overstemmen, dan ontwikkel je flink wat stemkracht! En soms vergeet je die thuis uit te zetten, wat het nodige commentaar van je omgeving oplevert… “Shhhht!”


Juf Maike schreef ook al eens een artikel over haar leerkrachtenstem, waar ik me erg in herkende. “Juffrouw Brulboei”, zo noemt zij het. Klik hier om het te lezen.



3. Spullen van thuis meenemen naar school


En dan vervolgens vergeten mee terug te nemen… Ik hoor overigens dat het bij de meeste andere beroepen andersom is: daar neem je wel eens iets van je werk mee naar huis. Ik kan me er niks bij voorstellen.


Ook hier maak ik me schuldig aan. Zo uit mijn hoofd, kan ik al meerdere spulletjes van thuis noemen, die nu op school liggen: al mijn wasknijpers, een wokpan, een fietspomp, mijn eigen lamineerapparaat, mijn staafmixer en een aantal plantenpotjes. En dan heb ik het nog niet eens over alle zaken die ik bewust voor school heb aangeschaft.



4. Zelf ‘slecht’ luisteren tijdens instructies


Van de kinderen verwachten we dat ze stilletjes naar onze uitleg luisteren en serieus meedoen. Echter, bij studiedagen, vergaderingen en dergelijke, doen leerkrachten zelf helemaal niet zo goed mee en is er altijd wel iets heel belangrijks dat ze, tijdens de uitleg, met hun buur moeten bespreken.


Dit doe ik zelf overigens helemaal nooit. Echt niet, hoor. Heus.



5. Praten over school


Ga maar niet naast een leerkracht zitten op een verjaardag, want elk verhaal begint met ‘Bij mij in de klas…’ of ‘Vandaag zei een kind zo iets grappigs…’. Veel van die verhalen zijn alleen leuk voor andere onderwijsmensen. De rest van de bevolking kan er weinig mee.


Wanneer mijn moeder (ook juf) en ik thuis aan het praten slaan, haakt de rest van de familie inderdaad af. Mijn man maakt me er wel eens belachelijk mee, ook al begint ieder verhaal van hem met ‘Bij ons op de bouw…’



6. De baas spelen


Je bent op school gewend constant de leiding te hebben en trekt dit ook door naar de thuissituatie… Gevaarlijk!


Als je echtgenoot zijn vinger op moet steken om te mogen praten, of je tijdens een etentje met vrienden het stilteteken gebruikt, dan wordt het tijd voor vakantie. Maar voor de rest, speel maar lekker de baas, je bent er goed in!



10 DINGEN DIE JE HERKENT ALS JE OUDER EEN LERAAR IS


Ja, mijn ‘mama’ is ook juf! Zij is mijn grote inspiratie. Ze heeft de PABO gevolgd in de periode dat ik op de basisschool startte en daarna gewerkt op ‘mijn’ basisschool. Ze was zelfs mijn juf in groep 8! En twee jaar geleden heb ik zelfs een tijdje een groep met haar gedraaid.


Needless to say dat ik het nu helemaal super vind dat mijn moeder juf is. Ik heb altijd iemand om mee over onderwijs te praten, of samen de klas mee in te richten. Maar vroeger… Soms was het heel handig, maar andere keren ook wat minder. Hieronder staan 10 random dingen die je herkent als een van je ouders een leraar is!



1. Je had altijd de beste, meest originele kinderfeestjes.


Als lerares had mijn moeder natuurlijk een reputatie hoog te houden wanneer er andere kinderen bij ons kwamen spelen. En bij kinderfeestjes helemaal!



2. Leerkrachten doen wat betreft roddelen niet onder voor de cast van Gossip Girl.


En dan maar tegen de leerlingen zeggen dat het onbeleefd is… Foei, foei, foei!



3. Je kon het niet maken je te misdragen in de klas.


Want je moeder kende veel van de leerkrachten persoonlijk. En ze kwam overal achter.



4. En anders liep je het risico om thuis ‘de juffenstem’ te horen.


Het behoeft geen uitleg, waarom je dat wilde voorkomen!



5. Je kunt ‘een klas inrichten’ als vaardigheid aan je CV toevoegen.


In plaats van een oppas in te huren, werd je in augustus een week lang mee naar school ‘gesleept’ om te helpen met het verschuiven van tafels, poetsen, namen op schriften schrijven, kasten inruimen en nog veel meer.


Ik ben haar zo dankbaar dat ik bij mijn eerste eigen klas al wat ervaring had.



6. Je kwam er niet onder uit je huiswerk te doen, omdat je moeder ook ‘huiswerk’ deed.


Terwijl jij Frans woordjes leerde, keek je moeder flitstoetsen na.



7. Niet je best doen voor een werkstuk, was geen optie.


Want voordat je het bij je echte leraar inleverde, werd het thuis al eens zeer nauwkeurig nagekeken. En je moeder was altijd strenger dan je juf… Dus jij was altijd hard aan het studeren.



8. En als je eens geen huiswerk had, werd je ingezet om met het nakijkwerk te helpen.


‘Hier is een rode pen, daar liggen de stempeltjes. Ga je gang!’ En stiekem vond je het (meestal) super leuk!



9. ‘Schooltje spelen’ was bij jou thuis the best!


Want je moeder had alle materialen ervoor: rode pennen, stempeltjes, voorleesboeken, stickers, misschien zelfs wat extra werkbladen…



10. Maar ze deed er alles aan om je op andere ideeën te brengen als je zelf écht leraar wilde worden.


Want zij wist dondersgoed dat het niet ‘elke dag om drie uur naar huis’ en ‘wekenlang luieren in de vakanties is’, maar hard werken. En dat wist je zelf ook, want je zag het elke dag! Gelukkig heb ik niet naar haar geluisterd. En volgens mij is zij daar ook heel blij om!



*Er staat telkens ‘zij’ en ‘moeder’ (er werken tenslotte vooral vrouwen in het onderwijs), maar de oplettende lezer kan hier natuurlijk ook ‘hij’ of ‘vader’ invullen. Laten we de mannen niet vergeten!


10 PROBLEMEN DIE ALLE LEERKRACHTEN HERKENNEN



Wat hebben wij leerkrachten toch een heerlijk beroep! Ondanks dat ik er elke dag van geniet, zijn er ook wat minder leuke dingen die ik geregeld tegenkom.


En als jij in het onderwijs werkt, jij vast ook!



1.Al je leerlingen giechelen, maar je hebt geen idee waarom.


Over het algemeen heeft dit helemaal geen reden, want bij kinderen (en vooral pubers) geldt: begint er één, dan volgt de rest en lachen werkt aanstekelijk. Maar toch, iets in je begint zich af te vragen of ze je misschien uitlachen. Maar waarom…


2.Weer een onderwijsvernieuwing.


Als je nog niet goed en wel gewend bent aan de ene verandering, kijkt de volgende alweer om de hoek…

Herkenbaar? Bekijk dit filmpje dan maar eens.


3.Nog geen uur op school zijn en al helemaal onder de vlekken zitten.


Elke ochtend goed over je outfit nadenken. Iets dat lekker zit, niet te slordig, niet te bloot en niet je 'goede' kloffie. En dan ben je nog niet goed en wel op school of je knoeit koffie, loopt tegen de vieze handjes van een leerling aan of veegt met de whiteboard marker over je jurk.


4.Alles wat met ICT te maken heeft.


Digibordsoftware, klasbord, basispoort, digitaal leerlingvolgsysteem, schoolwebsite, dyslexie software… Techniek is geweldig als het werkt. Maar waarom werkt het dan de helft van de tijd niet?!


5.Ouders of leerlingen die je Facebook account ontdekken.


Nee! Ik wil je vriend niet worden! En dan als een dolle je privacy instellingen controleren. Want ook al staat er niks beschamends op je profielpagina, toch voelt het verkeerd als ouders of kinderen je privé foto’s zien.


6.Hoofdluis.


Dit behoeft geen uitleg. Punt.


7.Vergeten in de pauze naar de wc te gaan.


En dan wiebelend met de benen tegen elkaar gedrukt instructies geven, tot er eindelijk iemand een oogje in het zeil kan houden.


8.Namen van leerlingen.


Of ze hebben van die ontzettend lastige namen, als Simcha, Veyron of Sehrap. Of ze hebben een gemakkelijke naam als Tim of Sofie, maar dan met drie tegelijk in één klas. “Nina?” “Ja.” “Ja.” “Ja.”


9.Een kind stelt dat een vraag stelt waar je het antwoord op zou moeten weten.


Zelfs juffen en meesters weten niet alles en dat mag best toegegeven worden. Zo hoor je geregeld uit mijn mond: “Laten we dat maar eens opzoeken.”


Maar zo gemakkelijk als ik dat roep wanneer het een onmogelijke vraag betreft als 'hoeveel inwoners heeft Rusland?', zo gênant is het wanneer het een gemakkelijke vraag is als 'wat is de hoofdstad van Rusland?'.


10.Ziek zijn en toch maar gaan werken.


Want laten we eerlijk zijn: doorbijten en toch maar werken, is vaak minder gedoe dan alles klaarleggen en regelen voor een invaller. Om nog maar niet te spreken over de keren dat er geen vervangers meer beschikbaar zijn en de problemen die daarmee gepaard gaan.



Maar ondanks alles hebben we wel het allermooiste beroep ter wereld!


BANEN DIE ELKE LEERKRACHT OP ZIJN CV ERBIJ KAN ZETTEN


Een tijdje geleden deelde ik een foto van een uitstapje met mijn klas op de fiets. Ik schreef erbij dat ik die dag behalve leerkracht ook reisleider, verkeersregelaar en fietsenmaker was.


Een reactie op dat bericht bracht me aan het denken over alle andere ‘functies’ die leerkrachten naast het lesgeven op zich nemen. Hieronder beschrijf ik er een paar. Weet jij er nog meer?


Cheerleader

We moedigen kinderen aan, pushen ze om nieuwe doelen te bereiken en juichen wanneer dat is gelukt!


Detective

Met onze speurdersneus komen we er altijd achter waar die vermiste potlood is gebleven of van wie de gevonden gymsok is.


Bibliothecaris

We kopen boeken, richten een klassenbibliotheek in, lezen voor, doen aan boekpromotie, helpen kinderen een geschikt boek te kiezen en praten er met hen over.


Verpleger

Pleisters plakken, schaafwonden schoonmaken, voelen of kinderen koorts hebben, helpen met koelen en in het ergste geval braaksel opruimen… We doen het allemaal.


Rechter

De ‘wellesnietes’ discussies op het schoolplein moeten toch door iemand opgelost worden. Wij komen binnen een mum van tijd tot de kern van het conflict.


Bankier

Enveloppen met geld voor de schoolfoto’s, Jantje Beton of de vrijwillige ouderbijdrage moeten allemaal netjes bewaard en nageteld worden.


Poetser

Tafeltjes afnemen, vloeren vegen, plantjes water geven, opruimen… Er zijn natuurlijk geweldige poetsers op de scholen, maar die krijgen het werk vaak niet alleen af.


ICT’er

Als leerlingen met de laptops of tablets werken, is er altijd wel een probleem dat opgelost moet worden. “Heb je geprobeerd hem uit en weer aan te zetten?”.


Designer

Je klaslokaal inrichten, versieren en bijhouden is een baan op zich. En met elk thema moeten de hoeken weer aangepast worden.


TIEN KEER ...


WAT LEERKRACHTEN ZÉGGEN tegenover WAT ZE ECHT DÉNKEN



Als leerkrachten hebben we natuurlijk een bepaalde voorbeeldfunctie en moet alles wat we zeggen goed afgewogen en zowel pedagogisch als ethisch verantwoord zijn.


Betekent dit dat we ook altijd zo verantwoord denken? Echt niet!


Hieronder tien uitspraken die je vast wel eens uit de mond van een leerkracht (misschien wel jijzelf) gehoord hebt... En wat ze écht betekenen.



1. Eén momentje...


Ik heb mijn koffie nog niet op. Je kunt tegen me praten als ik mijn koffie op heb.



2. Ik heb zo'n gevoel dat het vandaag een gezellige dag gaat worden.


Laat vandaag alsjeblieft een gezellige dag zijn?! Laat vandaag alsjeblieft een gezellige dag zijn?!  Laat vandaag alsjeblieft een gezellige dag zijn?!



3. Dit komt misschien wel op de toets.


Oké jongens, ik doe jullie een gigantisch plezier door jullie te vertellen dat dit 100% zeker op de toets komt, dus leer het alsjeblieft uit je hoofd!



4. Zo'n grap hoort echt niet in de klas thuis!


Hahaha, goeie! Die moet ik herinneren om thuis te vertellen.



5. Als het zo grappig is wat jullie bespreken, dan willen jullie het vast ook met de hele klas delen.


Ik hoop zo dat jullie niet doorhebben dat ik bluf. Vertel het alsjeblieft niet hardop!



6. Meneer Jan komt in onze klas kijken, om te zien hoe wij werken. Zet je beste beentje voor.


Meneer Bart komt in onze klas kijken, om mijn les te beoordelen. Haal geen rare fratsen uit en houd je aan de regels, want ik ben al zenuwachtig genoeg.



7. Ik ben niet boos, maar ik ben wel een beetje teleurgesteld.


Ik ben niet boos, en ik ben ook niet teleurgesteld. Ik voel eigenlijk helemaal niks, behalve misschien wat irritatie dat ik weer een gesprek moet voeren over afspraken.



8. Sofie, je mag niet slaan. Zo lossen we geen problemen op.


Maar wat goed dat je eindelijk eens voor jezelf op komt! Dat had je al veel eerder moeten doen. Nu zien ze tenminste dat ze niet met je kunnen sollen. You go girl!



9. Nou zeg, vandaag was een interessante dag.


Ik heb niks positiefs te zeggen over vandaag. Zullen we het morgen maar gewoon opnieuw proberen?



10. Fijn weekend! Geniet van het mooie weer en tot maandag!


Halleluja, de week is voorbij! Schiet op, maak dat jullie wegkomen, want deze juf hoeft tot maandagochtend eens lekker niet meer pedagogisch verantwoord te zijn!


JEUK : EEN HORRORVERHAAL


Hoofdluis, een geliefd woord op elke school (niet!).


Scholen proberen er vanalles tegen te doen, nieuwsbrieven, luizenzakken (die blijkbaar helemaal niet werken), geregelde controles en nog veel meer, maar toch blijft hoofdluis een terugkerende plaag. Voor school, maar ook voor mijzelf. Het is die ene smet op een verder perfect beroep.


Ik heb ze zelf nooit gehad, maar ben om de een of andere reden ontzettend bang ze te krijgen. En ik ben natuurlijk ook een erg gemakkelijk slachtoffer, met lang haar dat ik bijna elke dag was.


Vandaar dit horrorscenario, dat zich zo’n vijf keer per jaar herhaalt.


Op elke school gaat het er ongeveer hetzelfde aan toe. In de week na een schoolvakantie worden alle kinderkoppies door een groep hulpouders (vaak luizenmoeders of kriebelteam genoemd) gecontroleerd op luizen en neten.


Ik kan het niet helpen, maar zodra ik deze ouders zie, krijg ik jeuk op mijn hoofd. En niet een beetje, nee, ontzettende, verschrikkelijke jeuk. En dan moet ik me zo bedwingen niet te krabben, want in gedachten zie ik colonnes luizen over mijn hoofd marcheren en overal nestjes met neten achterlaten.


Als ik er veel over nadenk, hoor ik ze nagenoeg met elkaar kletsen: “Hmmm, dit ziet er uit als een lekker plekje.” en “Kom op jongens, zuigen maar. Er is genoeg bloed voor iedereen.”.


Ik maak mijn haar al in de klas los en wacht netjes met de kinderen in de rij, omdat ik zelf ook gecontroleerd wil worden. Maar zelfs de bevestiging dat ík schoon ben, laat de jeuk niet stoppen. Nee, eerst moeten álle kinderen gecontroleerd worden.


En wanneer alle kinderen schoon zijn, dan pas verdwijnt de jeuk. Net zo snel als ‘ie gekomen is, verdwijnt ‘ie ook weer. En dan hoef ik er niet meer aan te denken tot de volgende week na een schoolvakantie, waar het weer helemaal van voor af aan begint.


Maar o wee als er wél luizen worden ontdekt op school. Want dan vertel ik de kinderen zo’n zes keer per dag dat ze ’s avonds ECHT ALLEMAAL hun hoofd MOETEN laten controleren en dat ze dat NIET MOGEN VERGETEN!


En dan moet mijn arme man dat elke avond voor mij doen… En durf ik niet meer met losse haren naar school. En vermijd ik het (zo onopvallend mogelijk) te dicht in de buurt te komen van dat kind dat wel luizen heeft. En voel ik me vervolgens zó schuldig dat ik dat doe, want dat kind kan er natuurlijk ook helemaal niks aan doen en het is voor hem/haar al vervelend genoeg.


Maar gelukkig heeft dit horrorverhaal wel een goed einde. Want uiteindelijk (soms na enkele nacontroles en ouderbrieven en wat nog meer) zijn alle kinderen schoon.


PS. En ook al krijg ik al jeuk wanneer ik ze zie, er is niemand meer dankbaar voor de luizenwerkgroep bij mij op school dan ik. Het zijn stuk voor stuk kanjers die er voor zorgen dat ik me maar vijf korte momenten druk hoef te maken over luizen en de rest van het schooljaar geniet van een jeukloos hoofd!


PS. Tijdens het schrijven van deze blog kreeg ik ook ontzettend last van jeuk... Maar don’t worry, volgens mijn man ben ik schoon.


Klik hier voor een handig boek met meer informatie over hoofdluis.

En klik hier voor een boek om het bespreekbaar te maken voor bange kinderen (of juffen).


ZES LESSEN DIE IK OP DE PABO HEB GEMIST



Op de PABO leerde ik enerzijds over Vygotsky, Piaget, meervoudige intelligenties en handelingspsychologie en anderzijds liedjes spelen op een xylofoon en knutselen met afvalmateriaal. Héél leerstofgericht tegenover héél leerlinggericht!


Maar ik miste wel nog wat écht praktijkgerichte lessen. Zoals:



1. Kopieerapparaat repareren voor dummies


Handig voor alle niet-zo-technische leerkrachten onder ons, met stap-voor-stap instructies over probleemstellingen als: het papier is op, het tonerniveau is te laag, er zitten strepen op de kopieën, het papier hangt vast, de nietjes moeten worden bijgevuld of het onding geeft een rare foutmelding.



2. Kleine pauze bootcamp


Leert je hoe je een recordtijd van 15 minuten je kinderen de klas uit werkt, naar het toilet gaat, een kop koffie drinkt, een telefoontje aanneemt, je boterham eet, een bloedneus stelpt, de materialen voor de les erna klaarlegt én weer vrolijk bij de deur klaarstaat om je kinderen op te vangen.


En dan heb ik het nog niet eens over toezicht!



3. Gehoortraining: herken de stem


Hoe je, met je rug naar de klas (want je schrijft iets op het bord), kunt ontdekken welke kinderen over iets anders dan de leerstof aan het kletsen zijn, en er vervolgens (zonder je om te draaien) op rustige toon iets over zegt.


En als je soms denkt dat dit niet mogelijk is, dat dacht ik ook, maar dat is het wel, en het is geweldig om die verbaasde kindergezichtjes te zien! Ze geloven werkelijk dat je ogen in je achterhoofd hebt.



4. Spoedcursus vlek verwijderen


In een mum van tijd leer je een einde te maken aan veelvoorkomende onderwijsgerelateerde vlekken. Te denken valt aan: permanent marker op het whiteboard*, plakbandresten op de ramen** of ecoline in je nieuwe blouse***.


* Gewoon even met een whiteboard marker overheen gaan.

** Sopje eroverheen en dan wegkrabben met een lijmkrabber.

*** Vergeet het maar. Die vlek krijg je er nooit meer uit!



5. Workshop: voorlezen zonder te kijken


Leert je in een mum van tijd hoe je een boek – op spannende toon – voorleest, op een zodanige wijze dat alle kinderen de plaatjes kunnen zien en tegelijkertijd van tot wel 30 koppies in de gaten houdt of ze wel opletten.



6. Seminar: wat te doen als je het zelf niet weet


Hoe red je jezelf er uit wanneer je zelf een fout maakt, of het gewoon niet weet? Je leert verschillende technieken, zoals: uitstellen (daar hebben we het wel een andere keer over), smoesjes (ik wilde gewoon weten of jullie wel opletten) en probleem verschuiven (zoek dat zelf maar eens op)!


Je zou natuurlijk ook eerlijk kunnen toegeven dat jij ook niet alles weet, maar laten we eerlijk zijn, daar is geen lol aan te beleven.


TIEN DINGEN DIE EEN LEERKRACHT NIET WIL HOREN



Leerkrachten hebben een olifantenhuid en zijn aardig wat gewend te horen. Dat moet ook wel met al die eerlijk kleutertjes: “Jouw billen zijn véél dikker dan die van mama.”

Maar als we een van deze tien dingen horen, gaan er alarmbellen rinkelen.



1. “Maar jullie hebben toch altijd vakantie.”


Natuurlijk! En we zitten ook de hele tijd thee te leuten bij de zandbak en gaan iedere dag om half drie naar huis.


Dat brengt me er op: waarom ben jij zelf eigenlijk geen leraar geworden?



2. “Het kopieerapparaat/koffiezetapparaat/digibord is kapot.”


En als dat het weer doet, dan zit er een storing in het alarm, waardoor het elke minuut twee keer piept, ligt het netwerk er uit, lekt het dak, doet de verwarming het niet of blijft de zonwering halverwege hangen.


Op een school is er áltijd wel íets kapot.



3. “Je kunt pas echt een goede leraar zijn als je zelf kinderen hebt.”


Nee, ik heb geen kinderen. Misschien krijg ik ze ooit, misschien ook niet, maar dit verandert helemaal niets aan mijn bekwaamheid om les te geven.



4. “Ik ben mijn potlood/gum/pen/liniaal/slijper/schrift/boek/huiswerk kwijt.”


Ligt het misschien in je la? Nee, echt niet. Weet je het zeker? Ja, heel zeker. Heb je gekeken? Ik heb de hele la doorzocht, maar het ligt er niet. Mag ik even kijken?


Natuurlijk ligt het in de la. Het ligt altijd gewoon in de la.



5. “Hé mama, daar is de juf!”


Want dit gebeurt altijd op de meest ongemakkelijke momenten. Zoals wanneer je nieuw ondergoed uitzoekt bij de Hema, met een knalrood hoofd en helemaal bezweet van het sporten komt of met drie flessen tequila onder je arm de Gall&Gall verlaat.



6. “Ik belde even om Pietje/Jantje/Klaasje ziek te melden.”


Je zegt: “Och nee, wat vervelend. Wens hem/haar maar veel beterschap.”


Maar je denkt: “#*&$%! Dan kan ik dat zinnendictee volgende week wéér een keer voorlezen.”



7. “Wat moeten we ook alweer doen?”


Je bedoelt de opdracht die ik net twee keer uitgelegd heb, door een van je klasgenoten heb laten herhalen én op het bord staat?



8. “Je hebt het mis. Mijn zoon/dochter doet zoiets niet.”


Ik begrijp het: je kind is je kostbaarste bezit en het is moeilijk om te geloven dat hij/zij op school gedrag vertoont wat je niet van hem/haar bent gewend.


Maar ik verzin dit niet. Voordat ik het in mijn hoofd haal om ouders te vertellen dat hun kind iets heeft gedaan, verzeker ik me er van dat ik het écht zelf (met mijn eigen ogen) heb gezien.



9. “Juffrouw, ik voel me niet zo lekker.”


Om vervolgens op nog geen vijf centimeter afstand van je schoen over te geven (en dat is nog het best case scenario), wat jij vervolgens moet opruimen!


Met (in mijn geval) het risico dat je meteen erna zelf ook moet overgeven.



10. “Heb je nog even?”


Niet echt, want deze vraag wordt nooit gevolgd door ‘want je hebt een salarisverhoging verdiend en het papierwerk moet in orde worden gemaakt’ of ‘want je hebt wel een extra dagje vrij verdiend, omdat je zo hard werkt’.


Nee, deze vraag wordt altijd gevolgd door het verzoek (of nóg erger: de opdracht) om één of ander vervelend rotklusje uit te voeren, waar die persoon zelf geen zin in heeft.


SHAME ON ME



We doen in het onderwijs allemaal heel erg ons best om het zo goed mogelijk te doen. Meestal lukt dat, maar soms ook wat minder. Over die niet zo glorieuze momenten schrijf ik meestal niet, terwijl dat juist (achteraf gezien) de interessantste verhalen zijn om te lezen.


Dus vandaag deel ik met jullie, mijn top 3 van meest tenenkrommende, genante, beschamende (en toch ook wel weer grappige) ervaringen in het onderwijs. En, laat me niet in de kou staan. Ik hoor jullie mislukkingen ook graag!



Op 3: ‘poten’


Een aantal ouders kwam na schooltijd in rep en roer naar mij toe, omdat zij van meerdere kinderen hadden gehoord dat ik had gezegd dat zij hun ‘poten op de grond’ moesten houden. Ik schrok nogal van de beschuldigingen, want dat taalgebruik past helmaal niet bij mij. Ik was ook nogal boos op de kinderen dat ze zoiets zouden verzinnen (want ik wist zeker dat ik het niet had gezegd).


De dag erna was ik echter instructie aan het geven aan de ene groep (het was een combinatie), terwijl de andere groep schrijfles had. Een aantal leerlingen was hun tafel telkens op aan het tillen (we hadden driehoekige tafels, waarbij dat prima ging). Na een paar keer vriendelijk vragen duidelijk mededelen dat het gevaarlijk was en dat ik alle drie de tafelpoten op de grond wilde hebben, was ik het zat. Ik liep naar een leerling toe en zetten de tafel zelf goed.


Pas toen een kind zei “Juf, nou zeg je het toch weer!”, realiseerde ik me waar de ophef van de dag ervoor over was gegaan. Ik had inderdaad wéér gezegd: “Alle poten op de grond.” Alleen had ik het nooit over benen, maar over tafelpoten gehad… Na een gesprekje met de kinderen en een e-mailtje naar enkele ouders, was alles gelukkig ook snel weer opgelost.



Nummer 2: ‘smeervlees’


Toen ik met collega’s samen ’s ochtends het pakket van het schoolontbijt opende, viel ons de inhoud erg tegen. Er was alleen maar kaas, smeerkaas en hagelslag om het brood mee te beleggen. Aangezien we de kinderen een brief hadden meegegeven dat ze ’s ochtends thuis niet hoefden te ontbijten, vonden we dat we hen wat meer keuze moesten geven. Een paar collega’s gingen naar de Aldi om nog wat andere producten te halen, en we waren best trots op onszelf dat we dit zo snel hadden aangepakt.


Pas toen ik een van de moslimmeisjes uit mijn klas met smaak een boterham met leverworst zag eten (echt lekker smeervlees, juf), realiseerde ik me waarom er in zo’n schoolontbijt doos maar zo weinig producten zitten. Niet alle kinderen mogen natuurlijk alle producten hebben. Ik ging door de grond van schaamte en heb zo snel mogelijk de leverworst van tafel gehaald. Maar het kwaad was natuurlijk al geschied.



En aan kop… ‘de melktand’


In mijn eerste jaar als juf had ik Jarno (verzonnen naam) in mijn klas. Ik was dol op Jarno. Hij was lief, behulpzaam, creatief, enthousiast, maar vooral druk. Heel erg druk. En zoals dat meestal gaat, verloor Jarno een van zijn melktanden op de drukste schooldag van het jaar. Geen probleem, zou je denken, aangezien het thuis gebeurde. Echter, Jarno was zo trots dat hij zijn tand was verloren, dat hij hem weer mee naar school had genomen om te laten zien. En dat deed hij ook, de tand ging de hele klas door en daarna stopte hij ‘m in zijn laatje.


Nu vond ik dat niet zo’n verstandig idee, en als de verantwoordelijke juf die ik probeerde te zijn, liet ik hem de tand in een boterhamzakje bij mij op het bureau leggen, want dan (zo dacht ik) kon er niets aankomen…

Ik weet niet wat er precies gebeurde, maar aan het eind van de (zeer drukke) dag, was de tand van Jarno weg. Het boterhamzakje lag er wel nog. Maar zonder tand! De conclusie die we trokken, was dat de tand er waarschijnlijk uitgevallen was, maar die conclusie trokken we pas nádat de poetsvrouw de hele klas had geveegd.


De middag begon ermee dat ik samen met onze (lieve, behulpzame) I.B.’er door de vuilniszak van de schoonmaakster ben gegaan, en eindigde ermee dat ik een moeder moest bellen dat ik haar zoons melktand was kwijtgeraakt. Het enige lichtpuntje aan dit verhaal is, dat de moeder er heel erg om kon lachen en me vertelde dat ik me niet zo druk moest maken.


Nou, dat waren mijn drie beschamende verhalen. Zijn er nog meer mensen die iets willen opbiechten? Stuur me een berichtje door bovenaan de pagina op het envelopje te klikken!


 Sint 2020 Sint 2020